Guus op stap

02/10/2018

Onlangs had Guus een dikke buik. Het was niet helemaal de bedoeling, maar zo gaat dat nu eenmaal met katten op vrijersvoeten. Iedereen leefde mee met de zwangerschap en het was groot nieuws toen er 4 kittens geboren werden. Alle huisgenoten wilden op kraambezoek in Janita’s kamer. Zelfs Nikola die moeilijk tot op de 2e verdieping geraakt, verlegde haar grenzen omdat ze wilde gaan kijken.

Een tijdje later verhuisden de kleintjes naar de living, waar ze op wankele pootjes al snel rondliepen. Zelfs onze stoerste mannen lieten zich al eens betrappen met een katje in de handen of samen slapend op de zetel. Het gaf leven, maar leidde soms ook tot gesakker. De vier kleine katjes vroegen extra aandacht en stofzuigbeurten. Af en toe geraakte er eentje zoek. Dan was het alle hens aan dek: “Het rostje is weg!”. En soms lagen ze in de zetel, net waar je wilde gaan zitten. Maar ook dat is gemeenschapsleven.

De kinderen van Guus zijn intussen groot genoeg om op eigen benen te staan, en dus is de rust teruggekeerd. Tot twee weken geleden. Toen was Guus kwijt. Niet zomaar één dag, maar een hele week. In het begin maakten we ons nog niet teveel zorgen, maar je voelde de onrust toenemen. Elke dag was er wel iemand die vroeg: “Is ze nog niet terug?” De buren van de Oude Abdij leefden mee. Geert gaf haar signalement door aan de cafés in de buurt. Ronny liep in de tuin haar naam te roepen.
We hebben een kaars waar we briefjes op plakken voor iedereen aan wie we denken en voor wie we willen bidden: de studenten, iemand die ziek is, … Nu kwam op de kaars een briefje terecht: “Om Guus terug te vinden.” Maar eigenlijk was het vooral omdat baasje Janita verdriet had, dat Guus zo snel mogelijk teruggevonden moest worden.

Janita postte een bericht op facebook. Op een avond zaten we met z’n allen aan tafel. Plots zei Janita, met een blik op haar telefoon: “Iemand heeft Guus misschien gevonden! Ze dacht dat het een zwerfkatje was en had haar meegenomen naar huis. Ik vraag of ze een foto doorstuurt.” We hielden onze adem in. En even later: “Jongens, het is ze!” Het gejuich dat toen aan tafel opsteeg, toonde hoezeer Guus ons verbindt.

Guus is intussen weer 100 % thuis